Bedrog
‘Een man en een vrouw ontmoeten elkaar in een café.’ Zo begint Bedrog
(1978) van de Engelse theaterauteur, scenarist en Nobelprijswinnaar
Harold Pinter. Het stuk gaat over een doodgewone, ‘klassieke’
driehoeksverhouding tussen Emma, haar man Robert en diens beste vriend
Jerry. Zeven jaar lang bedriegt Emma Robert met Jerry. Zeven jaar
samengevat in negen scènes, waarin passie en middelmatigheid,
avontuurlijkheid en sleur, leugens en verlangens, bedrog en zelfbedrog
met elkaar de strijd aangaan. Pinter weet deze faits divers feilloos om
te buigen tot een superieure theatertekst. Zijn belangrijkste
dramaturgische ingreep betreft het tijdsverloop: Bedrog wordt verteld in
omgekeerde chronologische volgorde. De toeschouwer weet dus ‘hoe het
verhaal afloopt’. Dat geeft hem alle tijd om zich te concentreren op het
virtuoze maar uiterst economische taalgebruik van Pinter; ook krijgen
de acteurs/personages hierdoor de volle aandacht.
Een kleinood uit het Angelsaksische theaterrepertoire van vorige eeuw.
En drie heerlijke rollen voor drie heerlijke acteurs: STAN-leden
Jolente De Keersmaeker en Frank Vercruyssen krijgen het gezelschap van
Robby Cleiren (de Roovers).
tekst Harold Pinter | een voorstelling van en met Robby Cleiren, Jolente De Keersmaeker, Frank Vercruyssen | licht Thomas Walgrave | kostuums Ann D’Huys | techniek Raf De Clercq, Tim Wouters | productie tg STAN (Antwerpen)