ma di wo do vr za zo
 
 
 
 
1
 
2
 
3
 
4
 
5
 
6
 
7
 
8
 
9
 
10
 
11
 
 
 
14
 
 
 
 
18
 
19
 
 
 
22
 
 
24
 
25
 
26
 
27
 
 
 
 
 

The Monastery ontvlucht de dictatuur van de kritiek

in gesprek met monnik Elke Van Campenhout/Elle

Interview
06.02.18

Tijdens dit seizoen in het teken van rituelen, zijn het niet enkel artiesten die het Kaaitheaterprogramma bezetten. De spirituele stadsgemeenschap The Monastery staat bijvoorbeeld vier keer in de Kaaistudio’s. Telkens ben je welkom om mee te stappen in het monniksleven: voor één ritueel of de hele dag. Maar wat is dat eigenlijk, zo’n monniksleven? Tijd voor een diepgravend gesprek met monnik Elle.

Tijdens dit seizoen in het teken van rituelen, zijn het niet enkel artiesten die het Kaaitheaterprogramma bezetten. De spirituele stadsgemeenschap The Monastery staat bijvoorbeeld vier keer in de Kaaistudio’s. Telkens ben je welkom om mee te stappen in het monniksleven: voor één ritueel of de hele dag. Maar wat is dat eigenlijk, zo’n monniksleven? Wat doet een spirituele gemeenschap in een theaterhuis? En welke plek nemen rituelen en spiritualiteit tout court nog in in onze samenleving? Tijd voor een diepgravend gesprek met monnik Elle.

Je hebt een uiteenlopend parcours afgelegd, met een achtergrond in jazz, filosofie en performance studies, en als critica en oprichter van het post-master and PhD-programma in de kunsten a.pass. Hoe ben je uiteindelijk in The Monastery beland?

The Monastery is in de eerste plaats het resultaat van een ontmoeting tussen twee mensen met een zelfde ongewoon verlangen om een klooster op te richten: Stijn Smeets en ik. Mijn parcours als coördinator van a.pass en als artistiek onderzoeker ging oorspronkelijk over andere manieren van denken over wat de politieke ‘wij’ vandaag zou kunnen zijn. Mijn onderzoek – onder de noemer ‘Bureau d’Espoir’ – wilde kijken naar andere manieren om hoop te creëren in een samenleving, in het samenkomen van zeer diverse invloeden zonder vooropgesteld plan of leidende ideologie.

Ik was op zoek naar een manier om beweging te creëren in het sociale weefsel. Niet zozeer als een synchrone beweging van individuen, maar eerder als een zwerm die samenkomt en zich telkens reorganiseert doorheen de tijd. Via dit onderzoek naar hoop ontdekte ik een pad dat weg liep van het idee dat dingen te onderscheiden zijn als wel of niet ‘zinvol’ of ‘waardevol’.

Ik kom uit de performance- en danswereld. Wat het lichaam is en hoe het werkt, zijn daar belangrijke vragen. Toen ik ging kijken naar spirituele praktijken waarin het lichaam centraal staat, wou ik weten hoe de technologie van het lichaam – hoe adem ik, hoe beweeg ik, hoe ben ik fysiek en energetisch gelieerd aan de ander? – kan helpen om mentale ruimte en beweging te creëren. Om hoop te genereren.

Vanuit dat idee besloot ik om een jaar lang alles wat me als spirituele praktijk werd voorgesteld te aanvaarden. Die spirituele praktijk – en vooral tantra – werd al snel steeds belangrijker voor mij. Aan het einde van mijn traject bij a.pass gaf ik onder de naam ‘The Mobile MNSTRY’ – in samenwerking met de werkplaats Bains Connective – een workshop rond monastieke praktijk in de openbare ruimte, in en rondom de abdij van Vorst. De discrepantie tussen mijn kritisch-artistieke-werk binnen a.pass en mijn spirituele praktijk kwam hierdoor op scherp te staan. In The Mobile MNSTRY ontmoette ik trouwens Stijn, waarna de eerste plannen voor The Monastery ontstonden.

Waar bevindt die discrepantie tussen het artistiek-intellectuele en het spirituele zich volgens jou?

Ik ben begonnen als critica. Een kritisch perspectief op hedendaagse experimentele kunst en het artistieke onderzoek stond op dat moment centraal. Onderscheid maken, verschillen duiden, het discours over macht, queerness, gender, wie spreekt op welke manier en vanuit welke positie… Na tien jaar a.pass begon die kritische inslag voor mij eerder storend dan inspirerend te werken.

Sinds het begin van de 20e eeuw zit de kunst in een soort constante feedback loop, een resonantie van kritiek op kritiek, van zelfreflectie en ondermijning. In deze kritische tijd zijn dingen als schoonheid, harmonie en originaliteit niet langer vanzelfsprekend. Er moet altijd iets tegenwringen. Hoewel ik zelf ook voor een spiritueel pad heb gekozen dat over confrontatie gaat, kreeg ik de indruk dat niet alleen kunstenaars hinder ondervinden door dictatuur van de kritiek, maar dat ik ook zelf als mens niet meer kon groeien.

Neem nu de muziek die we samen in The Monastery maken. Die voldoet niet aan bepaalde artistieke waarden en ik zou er zelf nooit naar luisteren. Maar het werkt in de rituelen om een gemeenschap samen te creëren, om verbinding te maken en in een andere staat van zijn te komen.

Heb je radicaal gebroken met de kunstwereld of zijn er elementen die een weg hebben gevonden naar je spirituele praktijk?

Ik wou het zelf graag zien als een radicale breuk, maar ik hoor vaak dat The Monastery toch heel wat overeenkomsten vertoont met a.pass. Zo zijn er de horizontale organisatiestructuur, de transspiritualiteit, de queerness of practice, de afwezigheid van een leidersfiguur… (lacht) Mijn onderzoek naar wat een gemeenschap of een ‘wij’ is, blijft inderdaad lopen. Hoe maak je een gemeenschap waarin mogelijkheden ontstaan? Eigenlijk gaat het over esthetiek: hoe organiseer je tijd en ruimte, en welke ethiek produceert die esthetiek?

Net zoals de a.pass-onderzoekers hun pad volgen, vertrekken de monniken in The Monastery ook vanuit eigen overtuigingen. Hierin verschillen we van een regulier klooster. Er is geen doctrinaire waarheid en inhoudelijk blijft alles open: wat je gelooft of niet gelooft kies je zelf. We delen eerder een praktijk van spirituele routine: van zitten, zingen, dansen en discussiëren. Je merkt dat een gemeenschap gemakkelijk uit elkaar valt wanneer je waarheden en onwaarheden begint te bediscussiëren. Volgens mij is iedere spirituele uitleg over wat ‘het’ nu is, problematisch. Ik vind het prima om er omheen te lopen en paaltjes te zetten, maar je moet die paaltjes ook kunnen verzetten. Het zijn hulpmiddelen, geen waarheden.

Je zei net al dat The Monastery transspiritueel is, maar waar hebben jullie de mosterd gehaald? Zijn er bepaalde stromingen of scholen die je kunt aanduiden?

We zijn begonnen vanuit onze eigen ervaring met monastieke plekken. Stijn komt uit een christelijke monastieke traditie, maar botste met bepaalde kerkdoctrines. Ik had vooral ervaring met het boeddhistische klooster van de Vietnamese monk Thích Nhất Hạnh in Bordeaux, een praktijkcentrum voor mindfulness. Maar ik kon daar niet verder met de negatie van lichaam en seksualiteit. Zo ben ik op het tantrische pad beland, waar het lichaam wel geïntegreerd is in spiritualiteit. Onze praktijken zijn een combinatie van deze tradities, maar er zijn ook andere invloeden zoals sjamanisme en sufisme. Elke nieuwe resident of monnik kan ook nieuwe praktijken voorstellen.

Hoe ziet een doordeweekse dag er uit voor jullie? En met hoeveel monniken zijn jullie in The Monastery?

Onze dag begint altijd om 6:00, en eindigt na de avondceremonie rond 22:00 waarna iedereen de stilte respecteer tot na het ontbijt van de volgende dag. Stijn en ik zijn de twee enige full-time monniken die hun geloftes hebben afgelegd. Daarnaast hebben we momenteel drie langdurige residenten, die geen geloftes hebben afgelegd maar wel in een spiritueel kader willen leven. Soms hebben we ook residenten die voor een korte periode komen. Dit zijn vooral mensen die doorheen een moeilijke periode gaan, zoals een burn-out of een scheiding. Hun voornaamste focus ligt op healing.

Wat de monniken absoluut niet mogen missen zijn de ochtend- en avondrituelen. In de ochtend zijn dat body practice, een theeceremonie, zitmeditatie en karma yoga. De avondrituelen bestaan uit het lezen van bronteksten, terugdenken over de dag, etcetera. Ook de langdurige residenten doen hieraan mee.

Daarnaast heb je de studie- en werktijd. Als monnik vul je die zoveel mogelijk in in relatie tot je monastieke praktijk. Studietijd betekent dat je een praktijk oefent of teksten leest, die te maken hebben met jouw spiritualiteit. Dit kan heel ruim zijn. De werktijd draait om werk voor de gemeenschap. Stijn werkt met cognitief begaafde kinderen en jongeren aan de universiteit in Leuven, wat zijn dienst naar de gemeenschap is. Dit is niet altijd even eenvoudig, omdat je in de logica van een heel ander instituut terecht komt. Ikzelf heb gekozen om mijn werk uitsluitend binnen The Monastery te verrichten, zoals met mijn tantrapraktijk en workshops. Buitenshuis werk ik in naam van The Monastery.

Dit seizoen stonden jullie al twee keer in de Kaaistudio’s met de seizoenwissels, en er komen nog twee sessies aan. Waarom hebben jullie toegezegd op dit voorstel van het Kaaitheater?

We hebben heel lang gepraat over de vraag of terugkeren naar een artistieke instelling echt zin had. Ik vond het verwarrend om opnieuw geconfronteerd te worden met die zo centraal staande kritische blik – die ik heb losgelaten. Stijn zag het vooral als een mogelijkheid om The Monastery meer zuurstof te geven. En om mensen te bereiken die niet zo snel de drempel van een klooster zouden overstappen. Zelf ben ik uiteindelijk heel blij met onze beslissing. We werken heel hard aan die rituelen, met nieuwe muziek, teksten en vormen. Normaal gezien zouden we nooit zoveel tijd kunnen vrijmaken om creatief te werken voor The Monastery.

Het brengt ons ook in interessante situaties: Robin is bijvoorbeeld een mindfulness-beoefenaar met wetenschappelijke en cognitieve interesses. Ik ben dan weer een tantra-beoefenaar. Hoe je praktiseert, mensen aanspreekt, met verbeelding werkt, of waar je het werk situeert kan voor ons een wereld van verschil zijn. Aan de oppervlakte zijn we het over heel wat dingen eens, maar eens je inzoomt op de technologie van het lichaam merk je dat verschillende praktijken wel degelijk beantwoorden aan verschillende mens- en wereldbeelden. Dat is exact de uitdaging die we willen aangaan: in hoeverre biedt spirituele praktijk een uitkomst uit het duale denken van goed of slecht, juist of fout, waardevol of niet. En op welk punt komt het oordeel toch weer langs de achterdeur naar binnen?...

Op 9 en 10 maart komt The Monastery terug naar de Kaaistudio’s, in het kader van WoWmen! Wat mogen we ditmaal verwachten?

We maken een combinatie van het vieren van de lente en de queerness of practice. In tantrische praktijken gaat het vaak over de polariteit van mannelijke en vrouwelijke energie, maar is er vrij weinig interesse in gender politics of queerness. Interessant genoeg gaan de oude tantrische teksten evenmin over het verschil tussen man en vrouw, maar over energieën en ontologische krachten. In sommige tantrische praktijken is er dus een conservatisme geslopen, waar ik kritisch mee om wil gaan. Dit onderwerp behandel ik trouwens ook buiten de WoWmen!-sessie: in de thuisbasis van The Monastery geef ik een reeks workshops over vrouwelijke archetypes, voor vrouwen, mannen én zij die die opdeling al lang achter zich hebben gelaten. In klassieke tantrische praktijken is dit niet voor de hand liggend en moet er vaak een gelijk aantal mannen en vrouwen zijn die in koppel werken. Die genderstereotypering kunnen we gerust doorbreken, al is dat niet altijd even simpel voor de deelnemers.