ma di wo do vr za zo
1
 
2
 
3
 
4
 
5
 
6
 
7
 
8
 
9
 
10
 
11
 
12
 
13
 
14
 
15
 
16
 
17
 
18
 
19
 
20
 
21
 
22
 
23
 
24
 
25
 
26
 
27
 
28
 
29
 
30
 
31
 
 
 
 
 

Programmablad 'Forces of Nature'

Programmablad
06.09.21

Lees hier meer over Forces of Nature.

een onderhandeling tussen individuele en collectieve behoeften of verlangens

Een interview met Ivana Müller, door François Maurisse (2/09/2021)

Wat waren de fundamenten van Forces of Nature? Uit welke reflecties komt het stuk voort?

De eerste vraag die bij de overwegingen aan het begin van dit werk naar voren kwam, was: welke krachten werken op ons in en hoe brengen zij ons in beweging? In het begin richtten we ons op de krachten die traditioneel beweging opbouwen, de mechanische, fysieke krachten. Maar door deze vraag op een bredere en relevantere manier te stellen, realiseerden wij ons al snel dat deze krachten ook overeenkomen met emotionele, sociale, politieke en intieme krachten.
Wat ik interessant vind is dat krachten altijd deze dubbele functie hebben: zij dwingen ons, zij verhinderen ons, zij beperken ons, zij leggen ons fysieke of geopolitieke grenzen op, enz. maar anderzijds zijn het deze krachten die ons voortdurend doen veranderen. In het geval van fysieke krachten bijvoorbeeld, is het de zwaartekracht die ons beperkt, die ons naar de aarde trekt, die ons op de grond houdt, maar die ons ook in staat stelt te bewegen, te lopen, te staan. De belemmeringen die zich kunnen voordoen in de toekomst, die zich historisch voordeden, die ervaren worden op het moment dat ze zich voordoen… Die kunnen als beperkend, bijna gewelddadig ervaren worden, maar zij veranderen ook onze manier van denken, van reflecteren, van samenkomen, van reflecteren op de ander.

Toen we met de creatie van het stuk begonnen en we ons verschillende vormen van deze vragen probeerden voor te stellen, brak de pandemie uit. Het was werkelijk een kracht die zich aan ons voordeed, die onmiddellijk, zeer reëel, zeer aanwezig was en die niet alleen op elk individu inwerkte, in verschillende mate en vormen, maar op de hele gemeenschap, op iedereen.

Deze nieuwe voorwaarde die ons werd opgelegd, deed ons anders werken en anders verbinden met elkaar. Concreet konden we niet in repetitiestudio's werken, we konden elkaar niet in het echt zien, dus werden we gedwongen (misschien dwongen we onszelf :)) om nieuwe werkvormen te vinden, via video. We schreven elk individueel in onze leefruimtes, en lazen het elke avond collectief voor aan anderen via Skype. Deze werkvorm is geïnspireerd op het concept van Boccaccio's Decamerone. Dit was een andere manier om gemeenschap op te bouwen, om met elkaar in contact te blijven, om ondanks de omstandigheden, ondanks deze nieuwe modaliteiten, te blijven inspireren, te blijven werken en uit te wisselen. Het was tegelijk een zeer stimulerende en zeer beperkende ervaring, maar ik denk dat het de mogelijkheid heeft geopend om onze praktijk voort te zetten – zowel vanuit artistiek oogpunt als vanuit het oogpunt van het werk, het concrete. Binnen het gezelschap hebben we veel gesproken over de noodzaak om een context te creëren waarin we konden blijven werken, betaald konden worden, manieren moesten creëren om deze creatie te ondersteunen onder die bijzondere nieuwe voorwaarden.

Vanaf het begin van haar creatiesproces is het stuk onderworpen geweest aan allerlei krachten en beperkingen. Soms had ik de indruk dat we de Atlantische Oceaan overstaken in een boot die helemaal niet was zoals hij moest zijn, met vele gebreken. Een heel klein bootje dat ons vervoerde, terwijl het weer heel slecht was met veel stormen die bijna een jaar duurden. Natuurlijk gebruik ik de storm als metafoor voor alle verwikkelingen waarin we ons bevonden tijdens de hele productie van dit stuk, vooral vanwege de pandemie. Wat ik weer interessant vind, is dat al deze stappen ook het spel veranderden. Je kunt zien, zoals bijna altijd in mijn werk, dat dit stuk een heel goede getuigenis is van zijn eigen creatieve proces. En nogmaals, dit toneelstuk vertegenwoordigt een groep mensen, een gemeenschap van mensen die vragen stellen en zichzelf in vraag stellen. Elkaar vragen stellen en er een reis van maken, een reis samen.

Een van de "dragende" ideeën van Forces of Nature is dat van onderlinge afhankelijkheid. Hoe is dat idee volgens jou in het stuk verankerd?

Het idee van onderlinge afhankelijkheid is allereerst heel duidelijk aanwezig in de fysieke toestand waarin de vertolkers zich bevinden (Julien Lacroix, Julien Gallée-Ferré, Vincent Weber, Daphné Koustafti – afgewisseld met Anne Lenglet – en Irina Solano – afgewisseld met Bahar Temiz). Deze vijf mensen op het toneel zijn gebonden door fysieke banden die hen op een afstand van elkaar houden, in een staat van spanning, en hen gedeeltelijk verhinderen individueel te bewegen. Het hele stuk is een onderhandeling tussen individuele en collectieve behoeften of verlangens. Alle lichamelijke bewegingen, maar ook gedachtenbewegingen, worden gecreëerd met deze toestand als basis.
Het stuk is ook een proces van het bouwen van een mogelijk ecosysteem, een denkbeeldige maar ook reële en fysieke habitat. Doorheen het stuk werken de performers aan een concrete constructie, ze weven een vorm, een object.

Er zijn dus verschillende niveaus, verschillende "textualiteiten" waarop het stuk zich ontwikkelt. Allereerst is er het handwerk van het weven, het ambachtelijk vervaardigen van deze immense zichtbare constructie die bij elke voorstelling voor de ogen van het publiek wordt geboren. (Alix Boillot werkte mee aan het decorontwerp.) Dan zijn er de gesprekken die doorheen het stuk plaatsvinden, een tekst waarin de vijf mensen op het toneel hun zorgen uitwisselen en bepaalde ideeën, onderwerpen, begrippen in vraag stellen die ook onze gesprekken tijdens het creatieproces hebben doorkruist. En dan is er ook nog een choreografie, waarin de bewegingen nooit decoratief zijn, die zich afspeelt in de fysieke ruimte, en die het gevolg is, zou men kunnen zeggen, van de mentale en fysieke verplichtingen van de vertolkers.

U heeft het vaak over het idee van het ecosysteem in uw werk.

Ik hou van dit idee, omdat een ecosysteem altijd leeft, het is een organische vorm, het verandert voortdurend en het is gebaseerd op de dynamiek van onderlinge afhankelijkheid. Alle actoren in een ecosysteem creëren samen het systeem, handelen ernaar, beïnvloeden het.

Als we het hebben over het ecosysteem van het theater of het theater als een soort ecosysteem, dan is het in de eerste plaats een omgeving, een plaats, met zijn seizoenen, met zijn zichtbare "vruchten" en zijn onzichtbare processen, achter de schermen... En er zijn ook zijn populaties, de levende soorten die het bewonen en creëren.  Bij een avondvoorstelling creëren de toeschouwers het stuk op hetzelfde moment als de uitvoerders of de technici. De voorstelling is ook onderhevig aan invloeden die verder gaan dan de muren van het theater zelf, bijvoorbeeld het historische moment waarin het stuk tot stand komt, het weer buiten, de stand van de maan... al deze elementen, al deze krachten, die oncontroleerbaar zijn, maar wel aanwezig.