What is Thinking?
De grootste liefde van Hannah Arendt
1924, de Duitse studentenstad Marburg. Hannah Arendt is 18, Martin Heidegger is 35. Zij is een joodse studente filosofie, hij een beroemde filosoof/professor die op dat moment de laatste hand legt aan zijn grote werk Sein und Zeit. Vlak na hun eerste ontmoeting beginnen de twee een verhouding die Arendt zal kenmerken als ‘de grootste liefdesaffaire van haar leven’. Drie jaar later komt er een einde aan hun relatie. Dat Heidegger een getrouwd man was, maar ook vader van twee zonen en professor aan een vooraanstaande universiteit, heeft hierin zeker een belangrijke rol gespeeld.
Hannah Arendt vertrekt naar Freiburg waar ze promoveert onder de filosoof Karl Jaspers, een goede vriend van Heidegger. Onder druk van het opkomend nazisme is ze gedwongen Duitsland te verlaten, eerst naar Parijs en in 1941 uiteindelijk naar New York. Heidegger daarentegen blijft in Duitsland en wordt prominent lid van de NSDAP. Hij zal zich in de jaren 30 als rector van de universiteit van Freiburg bezig houden met de hervorming van de Duitse universiteiten. Eind jaren 20 al spreekt hij zijn bezorgheid uit over de ‘Verjudung des geistliches Leben in Deutschland’. Pas in 1938 trekt Heidegger zich terug uit het openbare leven, een paar jaar eerder had hij het rectorschap in Freiburg opgegeven.
Na een breuk van zeventien jaar - hun laatste brief is gedateerd winter 1933 - neemt Arendt in februari 1950 opnieuw contact op met Heidegger. Ditmaal zal het contact tot aan Arendts dood in 1975 regelmatig worden onderhouden.
Ondanks het feit dat Arendt weet dat ‘Martin notirisch immer und überall lügt’ en hij tegenover haar werk een koude onverschilligheid tentoonspreidt, neemt zij de rol op zich van Heideggers literaire agent, persvoorlichter en zelfs advocaat.
Ryszard Turbiasz en Carly Wijs spelen in What is thinking? respectievelijk Martin Heidegger en Hannah Arendt. Toch is de levengeschiedenis van deze twee mensen niet het hoofdthema van de voorstelling, maar eerder een aanleiding om in te gaan op de grote passie die deze twee filosofen met elkaar deelden: het ‘denken’. De voorstelling geeft geen antwoord op de vraag die in de titel wordt gesteld, maar probeert het onderwerp vanuit verschillende perspectieven te belichten.
Carly Wijs en Richard Turbiasz hebben zich bij het schrijven van de tekst laten inspireren door het werk van Hannah Arendt en Martin Heidegger, dagboekfragmenten, brieven en biografieën.
‘Wij die de denkers willen eren, ook al ligt onze woonplaats midden in de wereld, kunnen er niet onderuit het treffend en misschien wel ergerlijk te vinden dat Plato en Heidegger, toen ze zich met de menselijke aangelegenheden inlieten, hun toevlucht namen tot tirannen en Führer. Misschien moet dit niet eenvoudigweg worden geweten aan de omstandigheden van het tijdperk en nog minder aan een karakterologische voorbeschikking, maar veeleer aan wat de Fransen “déformation professionelle” noemen. De hang naar het tirannieke kan namelijk theoretisch bij vrijwel alle grote denkers worden aangetoond (Kant is de grote uitzondering). En als die neiging niet aan te wijzen is in wat ze hebben gedaan, komt dat alleen omdat maar heel weinigen bereid waren verder te gaan dan "het vermogen zich over het eenvoudige te verwonderen" en "die verwondering tot hun verblijf te maken".’
(Hannah Arendt, Heidegger ist achtzig Jahre alt)
est une série de programmes que nous réalisons à court terme. Cela nous permet d’attraper au vol des offres inattendues et intéressantes.