'Het is tijd om mijn eigen ruimte terug te claimen'
een gesprek met Khadija El Kharraz Alami
Il n’y a pas de traduction française disponible.
een interview met Khadija El Kharraz Alami, door Eva Decaesstecker (Kaaitheater, september 2020)
Khadija El Kharraz Alami sloot door corona in maart onverwacht het Kaaitheaterseizoen af met haar eerste solo Nu ben ik Medea in de Kaaistudio’s. Een half jaar later ontvangen we haar in de grote zaal met de performative research performance Re-claiming Space – een voorstudie op een nieuw project rond Virginia Woolfs The Waves. Alami: ‘Ik wil gewoon laten zien wat ik definieer als mooi, als krachtig, als kwetsbaar.’
Re-claiming Space is een vooronderzoek op een nieuwe voorstelling op basis van Virginia Woolfs The Waves. Waarom dat werk? En hoe wil je ermee aan de slag gaan?
Ik had al heel wat essays op tafel liggen: De ontembare vrouw van Clarissa Pinkola Estés, Een kamer voor jezelf van Virginia Woolf, Your silence will not protect you van Audre Lorde, Herdenken herdacht van Simon(e) van Saarloos. In mijn zoektocht naar een ander soort tekst om deze essays in te betrekken, kwam ik uit bij The Waves. In mijn werk zoek ik altijd naar een stuk waar ik me aan kan optrekken, maar ook tegen kan afzetten.
Pas later realiseerde ik me hoe uitdagend The Waves eigenlijk wel is. Het is Woolfs meest experimentele werk, het heeft geen plot, en is heel ritmisch opgebouwd. De personages bewegen naast elkaar en hebben gedachtes en verlangens. Het onmogelijke om dit ten tonele te brengen, vind ik interessant.
Met The Waves hoop ik een avond neer te zetten waarin iedereen in het publiek ervaart dat ze nodig zijn om de vertelling in beweging te houden. De personages worden elk belichaamd door performers die in de ruimte bewegen. Het publiek beweegt met hen mee in hun gedachtegangen, waardoor het een immersieve theaterervaring is. Door corona liggen de concrete plannen echter nog open. Het is niet zeker hoe de nabijheid en beweging van publiek echt vorm zal krijgen.
Daarnaast schrijf ik zelf ook teksten voor de adaptatie. Omdat het werk erg literair en beeldend is, zie ik de taal ook als vorm op zich. Meestal vertrek ik vanuit inhoud en teksten naar vorm toe, nu probeer ik te vertrekken vanuit de vorm en vertrouw ik op de inhoud. Het gaat over het vrouw zijn, iets wat ik zelf ook ben.
In je vooronderzoek, dat begin oktober in het Kaaitheater te zien is, nodig je elke avond een vrouw uit op scène voor een eerste ontmoeting. Wie nodig je uit?
De vrouwen die ik uitnodig, ken ik niet persoonlijk, maar gebruiken perspectieven in hun werk en leven die ik inspirerend vind. De selectie gebeurt heel erg intuïtief. De eerste vrouw is bijvoorbeeld een voormalige Braziliaanse danseres die in Antwerpen woont en nu onder andere werkt als vormgever. Zowel het vrouwelijke perspectief in haar eigen werk als bijvoorbeeld de struggle die ze als moeder ervaart om opdrachten te krijgen, vind ik interessant.
Ik noem Re-claiming Space ook een ‘performative research performance’ omdat het publiek getuige is van het onderzoek. Tegelijkertijd toont mijn werk altijd het onderzoek omdat ik niet alles wil vastleggen. Ik werk met improvisatie-elementen, met het niet weten. En zo’n eerste ontmoeting vond ik wel een spannende versie van ‘niet weten’. De gasten krijgen wel een soort script met spelregels zodat het een gelijkwaardige ontmoeting is. Ik ben hier namelijk al een tijdje mee bezig en heb ook vastliggende teksten. Zij worden er ingegooid. Ik wil een soort safe space creëren, waarin zij ook voelen dat ze ruimte terug kunnen claimen.
Re-claiming Space gaat over vrouw zijn. Waarom wil je het daarover hebben?
Ik wil vooral laten zien wat mijn definitie van vrouw zijn is en de veelzijdigheid ervan. Het is tijd om mijn eigen ruimte terug te claimen. Ik ervaar dat mijn zijn – wat het ook mag zijn – niet vanzelfsprekend is, niet aan de norm voldoet. Ik beweeg anders en heb daar veel eenzaamheid, onderdrukking en onbegrip door ervaren. Mijn vorige solo Nu ben ik Medea ging over hoe ik vaak als heftig en ingewikkeld word gezien. Ik werk altijd vanuit de persoonlijke bron, waardoor mijn voorstellingen parallel lopen met waar ik privé sta.
Nu wil ik gewoon laten zien wat ik definieer als mooi, als krachtig, als kwetsbaar. Als iemand die het gemakkelijk voor zichzelf kan opnemen, heb ik ook wel de tendens om mezelf weg te cijferen. Om niet te veel te zijn, vooral in het vinden van liefde of relaties maar ook in werkrelaties. Ik schaaf mijn heftigheid een beetje bij voor de ander, omdat die het meestal niet aankan dat ik zo onconventioneel ben. Ik heb altijd de erkenning gezocht, omdat ik niet uit een stabiele thuissituatie kom – een alleenstaande moeder met wie ik een moeilijke relatie heb, een afwezige vader – en ook binnen de maatschappij ben ik de ander – Marokkaanse ouders, moslimachtergrond, queer. Ondanks alles heb ik wel mijn rug recht weten houden. En dat proces, die ontwikkeling van wie ik nu ben geworden en wat ik daarom mooi of lelijk vind of waar ik van droom en fantaseer, wil ik nu delen.
Hoe is Re-claiming space een vooronderzoek op The Waves? Welk onderdeel van het werkproces zien we in dit onderzoek?
In vorm was Re-claiming space letterlijk: hoe dichtbij kan ik bij mijn publiek komen? Dat is door corona niet zo letterlijk meer te nemen. De nabijheid zoek ik nu aan de hand van de tekst. Hoever kan ik gaan zodat het publiek ook reageert? Deze voorstudie geeft me de mogelijkheid dingen uit te proberen in bijzijn van een publiek. Het is heel ambachtelijk eigenlijk. In mijn werk onderzoek ik voortdurend wat het ambacht is, wat het theater is, wat de theaterconventies zijn. Ik bevraag die constant, omdat ik voel dat ze niet voor mij ontworpen zijn. Het komt uit een Westers elite-denken, dat ik op een onbevangen manier wil kunnen bevragen.
Tegelijkertijd is het vooronderzoek ook het uitspreken van een engagement. Bij Nu ben ik Medea claimde ik in mijn vooronderzoek dat ik me volledig kon identificeren met alle personages van het stuk Medea. Een absurde uitdaging, maar van zodra ik het heb uitgesproken voor het publiek, voelt het echt alsof ik een belofte heb gemaakt. Het is voor mij ook een manier om me in beweging te houden, door me kwetsbaar op te stellen, door een onmogelijk statement te maken als ‘ik ga een adaptatie maken van The Waves’, door mezelf uit te dagen.
Met zo’n eerste ontmoeting toon je je onderzoek en laat je het publiek deel uitmaken van een creatieproces. Het publiek krijgt veel te zien, maar natuurlijk niet alles. Wat besluit je niet of nog niet te tonen?
Wat je niet te zien krijgt in Re-claiming Space, is iets wat ik in Medea wel heel erg doe. Daar gaat het voor mij over institutioneel racisme, discriminatie, onderdrukt zijn, mijn culturele achtergrond… Voor mij speelt dit ook bij het figuur Medea: zij komt als onbekende in Griekenland aan en wordt gezien als de ander, de angst. Ik speel een klassieke tragedie maar wel met elementen die te maken hebben met mijn eigen achtergrond, wat het hyperpersoonlijk maakt.
In de nieuwe voorstelling krijg je die letterlijkheid die ik normaliter wel wil benoemen niet te zien, omdat ik daar klaar mee ben. Ik heb me altijd verplicht gevoeld om mijn aanwezigheid uit te leggen, alsof ik me moest verantwoorden waarom ik wel mee mag doen.
Ik wil ditmaal geen verantwoordelijkheid dragen omdat ik als vrouw van kleur op scène sta, ik wil geen rolmodel zijn. Ik ben wie ik ben en je kan je in mijn zoektocht herkennen. Ik wil ook gewoon in de kleur blauw kunnen roeren, zeg maar, zonder politiek correct te zijn of maatschappelijk geëngageerd te zijn. Het feit dat – wetende waar ik vandaan kom – ik sta waar ik sta, ik doe wat ik doe en nu in de grote zaal speel, dat is al revolutionair genoeg. Dat hoeft geen expliciet onderwerp meer te zijn van de voorstelling, want mijn aanwezigheid impliceert dat verhaal sowieso.
In een performative research performance zijn vragen als wat toon ik wel en niet, wat geef ik weg, wat manipuleer ik, hoe transparant ben ik, belangrijk. Het blijft een performance en een onderzoek tegelijk en ik ben dankbaar dat daar een publiek getuige van wil zijn. Wat niet te zien is, is een vraag waar ik absoluut mee bezig ben omdat ik als acteur graag mijn discipline onderzoekend uitvoer en als performer transparant ben. Ik stap in en uit het spel en reageer op alles wat er gebeurt – zowel op scène als in het publiek.