De avondcoördinator ON TOUR - Episode 1. Mailles
Een podcast over Kaaitheater on Tour door Margot Timmermans, onze avondcoördinator.
Een podcast over een reizend theater, over een theater op verplaatsing.
Onze avondcoördinator plooit dat theater op en plaats het in onze bakfiets.
De theaters trekken haar naar plekken, wijken, kruispunten en pleinen waar ze nooit eerder in personage van avondcoördinator kwam.
Reis mee door de stad.
Episode 1. Mailles
In deze eerste aflevering fietst Margot naar KVS voor de voorstelling 'Mailles' van Dorothée Munyaneza.
Transcriptie episode 1. Mailles
Inleiding
Als avondcoördinator loop ik op een voorstellingsavond gewoonlijk tussen artiest, publiek en avondploeg in. Ik begeef me van de loges naar foyer, naar ticketbalie. Het is mijn taak de artiesten met het publiek te verbinden, de deuren op het juiste moment te openen en iedereen vlot het universum van de voorstelling te laten betreden. Mijn werk als avondcoördinator is een act. De manier waarop ik door de foyer wandel is geduldig gerepeteerd, het is het gebouw en het publiek dat ik bespeel. Nu Kaaitheater komende jaren verbouwd, valt de scène weg. Het kader van mijn secuur gerepeteerde voorstelling verdwijnt en ik moet op zoek naar een nieuw verhaal, een ruimte om te observeren en uiteindelijk te bespelen.
Reizend theater
Ik beweeg me niet langer met sleutels door ons gekende gebouw. Ik beweeg me met een wankele bakfiets door de stad. Zorgvuldig plooi ik Kaaitheater op en herberg het in de bakfiets. Ik reis met posters, een bedrukte lichtbak, flyers en mijn fietssleutels naar andere Brusselse theaters. De huizen waar we zo warm ontvangen worden zijn mijn stops. Ik ga niet langer van loge, naar foyer naar ticketbalie. Ik ga van Kriekelaar naar KVS naar Théâtre National en volgende maand ga ik van De Hallen naar De Westrand naar Atelier210. De theaters trekken me naar plekken, wijken, kruispunten en pleinen waar ik nooit in personage van avondcoördinator kwam. Mijn stops zijn tijdelijk, ik laad mijn bak uit, hang ons opgeborgen theater aan de muren, ben toeschouwer. Vervolgens berg ik Kaaitheater tijdelijk weer op, ga ik weer op tocht. De stad is een voortdurend bewegende scène waar ik me doorheen beweeg en waar ik observeer. Ik kan je zeggen, een theater valt niet op te bergen. Ik werd de blackbox niet uitgezet maar de stad ingezogen. Enkele wankele testritten bewezen het al. De stad valt niet te bespelen, alleen te observeren.
Reis van Schaarbeek naar KVS
Ter voorbereiding van mijn reis lees ik over ‘Mailles’, de voorstelling van Dorothée Munyaneza die vanavond en morgenavond in KVS staat. In een interview zegt de choreografe ‘‘In onze wereld van vandaag, waar voortdurend muren worden opgetrokken, waar wantrouwen, vrouwenhaat, racisme, homofobie en vreemdelingenhaat toenemen, beschouw ik deze voorstelling als een spiegel.’ Het zindert na terwijl ik de bakfiets vollaad.
Mijn reis is kort. Ik fiets de brug aan het noordstation onder, reis langs de grote felle bedrijfsgebouwen om vervolgens het centrum in te duiken. KVS ligt in de alhambrawijk. Wanneer je de wijk betreedt passeer je allereerst friterie Tabora, één van de iconische frituren die sinds een jaar omgetoverd is tot een spiegelkast. Het weerspiegelt de stad, de passerende mensen en het plein. Ik houd halt en wil een foto nemen voor mijn reisverslag. Een man komt naast me staan. Hij vraagt me hoe het gaat vandaag? Wat is mijn naam? Waar kom ik vandaan? Ik wil zeggen dat ik aan het werk ben, een voorstelling speel, observeer. Maar iets zegt me dat hij me niet serieus zou nemen. Hij vraagt me of ik iets zoek? Ik zeg: ‘alles, maar niets specifiek’. Hij biedt me geld aan om met hem naar bed te gaan. Ik weiger en zou hem willen zeggen dat mijn zoektocht om een ander soort performance gaat. Ook dat zwijg ik. Mijn korte antwoorden zinderen hem niet. Hij legt zijn handen om mijn middel, trekt me naar zich toe en zegt dat hij met me wil dansen. Dat het onze tijd is, dat we samen moeten gaan, zijn bed is warm, voorverwarmd.
Ik wil de handen van me weghouden maar de bakfiets zit me in de weg en rond mij lijk ik geen blikken te kunnen vangen. Ik kijk via het spiegelraam een andere man aan. Ondertussen plakken er lippen tegen mijn wang. Hij vangt mijn blik, komt eraan. De spiegeltent heeft zijn werk gedaan.
Ik laad ons theater uit, de artiesten warmen op, ik schud de handen van de man van me af en maak me klaar.
In de voorstelling zingt, roept, huilt één van de vrouwen ‘Awewe, i want to explain awewe’. De vrouw blijft de zin herhalen terwijl de intensiteit stijgt. De performers dansen haar bijna beestachtig tegemoet en de tekst blijft komen, valt niet stil, wordt luider en komt als een speer binnen bij het publiek. ‘Awewe, i want to explain awewe’. Ik had het de man willen uitleggen, waar ik mee bezig was, waar ik naar op zoek was. Ik had hem willen zeggen dat ik twee theaters vanavond tot één wou hechten maar daarvoor eerst de stad moest leren kennen. Dat ik als vrouw in de stad soms het gevoel heb dat ik een schreeuwende ballade nodig heb om de beesten tegen te houden. ‘Awewe, i want to explain awewe’. Ik had zijn hand willen vasthouden, met hem willen praten, hem vragen waar hij hechtingen in de stad zou aanbrengen. ‘Awewe, i want to explain awewe’.
De voorstelling snijdt, brandt, verlamd en omarmd. Ik vergeet het eerdere tafereel en wil de spiegeltent van de andere kant zien. Ik haal een klein pakje friet met mayonaise en schuil voor de regen. Een man stept voorbij en kijkt me aan. Hij keert zich en rijdt opnieuw voorbij. Dit tafereel herhaalt zich 7 maal. De 8ste keer houdt hij halt, kijkt me aan en maakt een kreunend geluid. Ik wil niet vragen of het over de frieten gaat en ik wandel ondanks de regen door. Ik heb geen zin in een tweede gelijkaardig tafereel. Ik wandel in snelpas de hoek om wanneer de schaduw van de persoon achter me tot voor mijn voeten valt. Ik ben bijna aan een kruispunt houd ik mezelf voor. Hij wordt steeds groter tot ik een onhandige hand op mijn achterwerk krijg. ‘pss pss pss’ brabbelt de voelbare schaduw. Waar is de spiegel deze keer dan? Ik heb zin in thuis en doorweekte frieten en ga voor looppas.
Eens thuis, lees ik, doorweekt het laatste deel van het interview uit: ‘Maar vandaag komen de vrouwenstemmen ongegeneerd op. Mailles brengt vrouwen samen en huldigt ze. Mailles wil de vrouwelijke stem bevrijden. Mailles wil vrouwen samenbrengen die de moed hebben om woorden te spreken die zelden worden gehoord.’
Ik weet niet of het vanavond de voorstelling, de stad of de frieten waren die me de adem ontnamen.