In deze intense en aangrijpende monoloog vertelt Jaouad Alloul hoe hij zich verscheurd voelde als jonge moslim. Als kind wilde hij het liefst van al een meisje zijn, hij speelde met de poppen van zijn zussen en werd verliefd op jongens. Elke avond bad hij tot God om genezing. Elke morgen was alles nog altijd zoals het was.