ma di wo do vr za zo
1
 
2
 
3
 
4
 
5
 
6
 
7
 
8
 
9
 
10
 
11
 
12
 
13
 
14
 
15
 
16
 
17
 
18
 
19
 
20
 
21
 
22
 
23
 
24
 
25
 
26
 
27
 
28
 
29
 
30
 
 
 
 
 
 

Wie heeft toegang tot het theater?

Waarom Kaaitheater toch kiest voor het CovidSafeBE Ticket bij voorstellingen met meer dan 200 toeschouwers

Artikel
26.08.21

Maak antigeentesten gratis beschikbaar voor cultuur!
En maak van CST een kortetermijnmaatregel die zo snel mogelijk weer verdwijnt.

Waarom Kaaitheater kiest voor het CovidSafeBE Ticket bij voorstellingen met meer dan 200 toeschouwers

De vraag wie toegang heeft tot onze theaters leeft al decennialang in onze sector en in de ruimere maatschappij. Covid heeft haar alleen nog prangender gemaakt.
Meestal wordt deze kwestie bekeken in relatie tot structurele ongelijkheden gebaseerd op sociale klasse, opleiding, geld, ras, gender en mogelijkheden. De verantwoordelijkheid van de theaters in het beantwoorden van die vragen is groot, net als de rol van scholen en andere instituten.

Aan de lange lijst van complexe en intersectionele criteria die definiëren wie toegang heeft tot het theater, moeten we nu nog dat van de gezondheid van ons publiek  en de controle van hun identiteit toevoegen. Ook hier spelen theaters en andere instituten een cruciale rol.

Kaaitheater koos recent de vraag ‘How to Be Many’ als kern van zijn werking voor de komende jaren. Wie heeft toegang tot onze zalen en wie voelt zich gerechtigd om er binnen te stappen? Die vraag gaat zowel op voor wie op ons podium staat als voor wie in de tribunes zit, én voor de som die zij voor hun tickets hebben betaald. Gezien het belang dat wij hieraan hechten, hebben we de laatste dagen discussie gevoerd over de impact van het zogenaamde Covid Safe Ticket op onze organisatie en op het leven van onze toeschouwers.

Ervoor kiezen om bij de ingang van onze zalen niét naar een CST te vragen, zou betekenen dat we de deuren van onze theaters voor zo veel mogelijk verschillende personen openstellen - of ze zich nu willen laten vaccineren of niet (als ze die keuze zelf kunnen maken). Iedereen zou plaats kunnen nemen in het donker van de zaal. Maar tussen de toeschouwers in zouden we telkens een stoel leeg moeten laten, wat betekent dat we slechts de helft van de capaciteit van onze zalen zouden kunnen gebruiken om publiek welkom te heten. Dat strookt niet met ons motto ‘how to be many’.

Aan de andere kant zou de keuze vóór CST betekenen dat we deelnemen aan een operatie die lichamen, geesten en identiteiten controleert, ook op plekken waar dat nooit het geval zou mogen zijn. Bovendien zouden ongevaccineerde theaterbezoekers voor een test moeten betalen, wat zou betekenen dat hun tickets al snel dubbel zo duur worden. Dat alles staat haaks op de lange lijst van acties die we ondernemen om onze zalen net toegankelijk te maken voor een breder spectrum van de samenleving.

Uiteindelijk hebben we beslist om toch met het CST te werken wanneer het mag - in zalen met meer dan 200 toeschouwers - omdat ‘being many’ ook draait om hoeveel precies: hoeveel zitjes kunnen we voorzien voor het publiek? Hoeveel mensen kunnen een stuk zien dat al 18 maanden zit te wachten op een publiek? Die vraag naar hoeveel mensen toegang kunnen krijgen tot cultuur is van groot belang wanneer we een uitweg zoeken uit een pandemie waarvan de mentale tol enorm is geweest. Kunnen we het ons als maatschappij permitteren om cultuur en onze theaters slechts voor een kleine groep mensen toegankelijk te maken? Of proberen we toch om ze voor zo veel mogelijk mensen open te stellen? Bovendien zorgt werken met een CST voor een ‘veiligere’ omgeving, waarin een groter aantal mensen zich comfortabel zou voelen, zittend in het donker naast medetoeschouwers. Het betekent tot slot dat we het mogelijk maken voor onze kunstenaars om hun werk aan een groter publiek te tonen. En dat is precies de kern van onze missie als kunstencentrum.

De beslissing om al dan niet voor CST te kiezen is ook financieel van aard. De theaters hebben de kunstenaars gesteund tijdens de pandemie, maar ze kunnen simpelweg niet overleven op halve kracht. Kunstenaars fatsoenlijk betalen is enkel mogelijk als ook een voldoende aantal toeschouwers de voorstellingen bijwoont. Dat geldt eens te meer als de theaters proberen om hun ticketprijzen voor zo veel mogelijk mensen laag en toegankelijk te houden, iets wat Kaaitheater doet met zijn nieuwe Pay What You Can-prijsbeleid. Een langetermijnreductie van de publiekscapaciteit zou een enorme impact hebben op het budget van het theater. Het zou leiden tot een gereduceerd programma-aanbod en dus tot veel minder kunstenaars die hun werk in de theaters kunnen presenteren, of tot een onvermijdelijke stijging van de ticketprijzen. Wij willen geen van beide.

Toch zijn we ons bewust van de problemen die de beslissing om het CST te aanvaarden veroorzaakt, en daar worstelen we mee. Om hun programma voor zo veel mogelijk toeschouwers toegankelijk te maken, worden instituten zoals Kaaitheater gedwongen om te kiezen tussen een beslissing die in lijn ligt met hun waarden en inspanningen om ongelijkheden weg te werken, en één die ongewenste mechanismen van controle, discriminatie en financiële privileges in het leven roept. Je zou kunnen spreken van een keuze tussen ethiek en pragmatisme.

In dit spelletje catch-22 kiezen we voor pragmatisme, maar we roepen de autoriteiten van onze stad, onze regio en ons land meteen op om twee maatregelen in acht te nemen:

  1. CST moet een kortetermijnmaatregel zijn die zo snel mogelijk weer verdwijnt.
  2. Antigeentesten moeten gratis beschikbaar worden voor cultuur. Iedereen met een ticket voor een culturele activiteit zou een gratis sneltest moeten krijgen in om het even welk testcentrum in dit land.

Op die manier kunnen zo veel mogelijk mensen toegang krijgen tot de theaters, onafhankelijk van hun gezondheid, overtuigingen of financiële mogelijkheden.