ma di wo do vr za zo
1
 
2
 
3
 
4
 
5
 
6
 
7
 
8
 
9
 
10
 
11
 
12
 
13
 
14
 
15
 
16
 
17
 
18
 
19
 
20
 
21
 
22
 
23
 
24
 
25
 
26
 
27
 
28
 
29
 
30
 
31
 
 
 
 
 

De wonderen van de Meertaligheid | verslag 'Moedertaal, what's in a name?'

Artikel
05.07.22

Uit de vele waardevolle onderwerpen die tijdens onze eerste avond rond meertaligheid (8.2.22) door het publiek werden aangebracht, kozen we voor deze tweede stap het thema ‘moedertaal’ — een begrip dat in februari opvallend veel werd besproken en in vraag gesteld. Lees hier het verslag van deze tweede avond.

Uit de vele waardevolle onderwerpen die tijdens onze eerste avond rond meertaligheid (8.2.22) door het publiek werden aangebracht, kozen we voor deze tweede stap het thema ‘moedertaal’ — een begrip dat in februari opvallend veel werd besproken en in vraag gesteld.

In een stad als Brussel is dat ook niet zo verwonderlijk. Steeds meer mensen die in een meertalige context opgroeien en leven vinden het steeds moeilijker om zich met één taal te vereenzelvigen of zelfs maar één taal hun moedertaal te noemen. De thuistaal is niet per se de taal die ze later het vaakst, het liefst en het best gebruiken, en thuis worden soms meerdere talen door of naast elkaar gesproken. De taal die je op school leert spreken en schrijven, is niet altijd de taal die je voor het eerst hebt gebruikt, en ook later aangeleerde talen kunnen je het gevoel geven dat ze echt in jou gaan leven en dus geen ‘vreemde talen’ meer zijn.

In de artistieke interventies en groepsdiscussies zochten we samen naar nieuwe manieren en woorden om deze meertalige realiteit bespreekbaar te maken en er op een creatieve en zinvolle manier mee om te gaan.

Het boek van Yasemin Yildiz, Beyond the Mother Tongue: The Postmonolingual Condition (2012), gepresenteerd door schrijfster en onderzoekster Sofie Verraest, bevestigde de ervaring van velen en bood er ook een interessant theoretisch kader voor. Yildiz argumenteert dat de traditionele, eentalige visie op moedertaal – die éne taal van de kindertijd, de taal die je het best beheerst, waarmee je zowel emotioneel als cognitief het meest verbonden bent en waarmee je persoonlijke, nationale en culturele identiteit wordt opgebouwd – voor lang niet iedereen even bruikbaar is. Wat Yildiz het ‘eentalige paradigma’ noemt, beziet zij als een ‘een taalkundige familieroman die een verhaal construeert over iemands ware oorsprong en daaruit voortvloeiende identiteit. Het concept van de moedertaal biedt met andere woorden een sterk model van de exclusieve band tussen taal en identiteit.’

Het ‘meertalige paradigma’ daarentegen, voor steeds meer mensen dagelijkse realiteit en ‘tweede natuur’, toont volgens Yildiz dat ‘talen weliswaar met identiteit zijn verbonden, maar niet op een vooraf bepaalde, voorspelbare manier.’ Voor Yildiz is (moeder)taal geen statisch en solide geheel maar wel ‘een aggregaat van verschillende elementen, die alle onderhevig zijn aan historische en sociale configuratie’. Zo’n agregaat verenigt dan ‘een aantal manieren in zich om met taal om te gaan, of het nu gaat om familiale erfenis, sociale verankering, emotionele gehechtheid, persoonlijke identificatie of taalvaardigheid. In tegenstelling tot het eentalige model is het mogelijk dat al deze verschillende dimensies over meerdere talen verdeeld zijn.’

De Nederlandse dichteres Nisrine Mbarki, die het gedicht ‘tong’ uit haar debuutbundel Oeverloos (uitgeverij Pluim, 2022) voorlas en met het publiek becommentarieerde, is duidelijk iemand voor wie het ‘eentalige paradigma’ niet geldig is. Voor haar zou het ‘onnatuurlijk’ zijn om zuiver eentalig te denken en te schrijven; als mens en als schrijfster claimt zij het ‘recht op meertaligheid’. In ‘tong’ bijvoorbeeld gebruikt zij vier talen door elkaar (Nederlands, Frans, Arabisch en Tamazight), talen die stuk voor stuk op een bepaalde manier haar moedertalen zijn, die in haar blijven leven en die ze kan gebruiken om uit te drukken wat in andere talen niet dezelfde (gevoels)waarde heeft. Bovendien stelt Nisrine kritische vragen bij het verband tussen ‘moederschap’ en ‘moedertaal’, vragen die ook vanuit het publiek werden gesteld. Kun je niet meerdere moeders en moedertalen hebben? Waarom zou bij uitstek de moederfiguur haar taal moeten doorgeven? ‘Mothering’ is niet het monopolie van moeders.

Interessant is ook dat Nisrine de andere talen (dan het Nederlands) in haar gedicht opzettelijk onvertaald laat: zo wordt de lezer uitgenodigd om zelf op zoek te gaan, en zelf te ervaren hoe het is om iets niet meteen te begrijpen – wat sowieso meestal een utopie is. ‘Eigenlijk is lezen altijd een vorm van vertalen,’ vindt Nisrine. Voor wie dit graag nogmaals wil ervaren: Nisrines gedicht werd vertaald in het Engels en het Frans en is te vinden op passaporta.be.

Effi & Amir toonden ons een fragment uit hun recente film Beyond the Throat (BE, 2021). Daarin vertelt een Tibetaanse jongeman over zijn wel erg onaangename ervaring met de taaltest waaraan hij werd onderworpen om een Zwitserse verblijfsvergunning te kunnen krijgen. De interviewster die de taaltest afnam wilde controleren of de jongeman wel echt afkomstig was uit de regio die hij noemde. Ze vond zijn talenkennis en accent verdacht en zette hem onder druk om zich toch maar tot één duidelijke talige identiteit te bekennen. De jongeman, de eerlijkheid zelve, moest ervaren hoe zijn persoonlijke, historisch gegroeide (moeder)taalgebruik vanuit politiek-identitaire overwegingen ‘als een wapen’ tegen hem kon worden gebruikt. Zijn verhaal toont hoe de moedertaal lang niet altijd veiligheid biedt maar ook gebruikt kan worden om iemand uit te sluiten, te beperken en te fixeren. Iemands ‘taalparcours’ is vaak meervoudig en meertaligheid is zeker niet typisch ‘westers’ of ‘Europees’, noch een zaak van sociaal en economisch geprivilegieerden.

Tot slot een ruime greep uit de alternatieve namen en manieren van denken die in de loop van de avond werden voorgesteld:

  • Je zou in de plaats van ‘taalkundige identiteit’ ook van ‘taalfluïditeit’ kunnen spreken, zoals er vandaag van ‘genderfluïditeit’ wordt gesproken.
  • Niet de éne moedertaal maar de ‘talen die in je leven’ en die je ‘in je draagt’.
  • Niet de éne moedertaal maar ‘de taal die jou in een gegeven situatie het beste past’, zoals je ook niet elke dag op dezelfde manier gekleed gaat.
  • Vaak kun je een onderscheid maken tussen iemands familietaal, professionele taal, vriendschapstaal, liefdestaal, artistieke taal, enz. Termen die meer betekenis kunnen hebben dan ‘moedertaal’.
  • Je taalgebruik en talenkennis is dynamisch: je taal staat niet vast maar is je persoonlijke ‘taalparcours’ (‘parcours linguistique’). Je kunt je moedertaal taal dus ook bekijken als iets wat steeds in wording is, en niet vast achter en in je ligt.
  • Je moedertaal kan ook meervoudig zijn: het is je persoonlijke mix van talen, de combinatie van de talen die je in verschillende contexten gebruikt. Dat is misschien ook de meest realistische en eerlijkste manier om je wat taal betreft te identificeren.
  • Iemands meertaligheid is vaak verbonden met diverse facetten van iemands persoonlijkheid. Een Slovaaks gezegde dat geciteerd werd: ‘Je bent zoveel mensen als de talen die je kent.’
  • De moedertaal kan letterlijk de taal van de moeder zijn, maar ‘mothering’ (en het doorgeven van talen met de affecten die daarmee gepaard gaan) gebeurt ook door andere personen en instanties.
  • De ‘taal van de kindertijd’ is voor veel mensen niet de taal van het heden.
  • Het uit het Amerikaanse dekoloniseringsdenken afkomstige begrip ‘heritage language’ is geen synoniem voor moedertaal of eerste taal. De term verwijst naar de taal van een voorouderlijke cultuur of etnie maar is lang niet altijd de taal waarin iemand zich bij voorkeur van bedient.
  • Angst om je moedertaal te verliezen is niet per se gerechtvaardigd, want je hoeft niet per se voor één taal te kiezen en een taal hoeft ook nooit helemaal verloren te gaan. Je kunt meerdere talen ‘ownen’ en je moedertaal naast andere talen blijven gebruiken.
  • Wie je vandaag bent, hoe je vandaag denkt en spreekt, wat je vandaag schrijft en maakt, is niet (helemaal) afhankelijk van die ene taal die je lang geleden als eerste hebt meekregen.
  • Het is in veel gevallen een privilege om altijd in de moedertaal te kunnen leven en werken. Het is een luxe die veel migranten en nieuwkomers bijvoorbeeld niet hebben.
  • Perfecte meertaligheid is misschien utopisch, maar een perfect eentalig verleden is dat evenzeer. Ook je voorouders spraken vast anders dan jij...
  • Het Engels is de grootste en machtigste lingua franca van deze tijd, maar zulke voertalen hebben altijd bestaan, zijn noodzakelijk, en hoeven op zich geen bedreiging te vormen voor meertaligheid en het voortbestaan van andere talen.

Volgende afspraak op dinsdag 11 oktober 2022 in de Kaaistudio’s!