a.pass, of hoe het minder zichtbare het zichtbare mogelijk maakt
Ou pourquoi a.pass, entre autres, est une institution nécessaire.
Eind januari raakte bekend dat de Brusselse onderzoeksruimte a.pass, net als het Hoger Instituut voor Schone Kunsten, zijn subsidies van de Vlaamse overheid verliest. Agnès Quackels, algemeen en artistiek coördinator van Kaaitheater, reageert met een open brief aan het theaterpubliek. 'Deze beslissing heeft ook gevolgen voor jou, als toeschouwer.'
Door Agnès Quackels, in dialoog met Barbara Van Lindt (beide algemene en artistieke coördinator), Maria Dogahe (programmering) en Katelijne Meeusen (coördinatie team publiek) (14 February 2022)
Eind januari raakte bekend dat de Brusselse onderzoeksruimte a.pass, net als het Hoger Instituut voor Schone Kunsten, zijn subsidies van de Vlaamse overheid verliest. Agnès Quackels, algemeen en artistiek coördinator van Kaaitheater, reageert met een open brief aan het theaterpubliek. 'Deze beslissing heeft ook gevolgen voor jou, als toeschouwer.'
Beste Publiek,
Vlaams Minister van Onderwijs Ben Weyts heeft onlangs besloten geen subsidie meer toe te kennen aan het in Brussel gevestigde postgraduaat onderzoeksprogramma voor de podiumkunsten a.pass, ondanks een recente positieve evaluatie door de bevoegde commissie.
Als argument voor deze beslissing wordt aangevoerd dat a.pass geen meerwaarde heeft voor het kunstenveld en dat onderzoek in dit domein niet kan worden beschouwd als onderdeel van onderwijs.
Deze beslissing is een wake-up call voor de hele sector. Ze toont immers aan welke wending het politieke beleid vandaag in Vlaanderen neemt en hoe dit contraproductief is voor de ontwikkeling van de kunsten.
Nu de gesubsidieerde kunstinstellingen in Vlaanderen net hun aanvraag voor werkingssubsidies voor de komende vijf jaar hebben ingediend, en duidelijk wordt dat de door minister Jan Jambon vooropgestelde budgetten niet eens zullen volstaan om de huidige werking van de sector te dekken, vinden wij het belangrijk de publieke opinie te wijzen op de gevolgen hiervan voor de kunstensector, maar ook voor het publiek in de zalen. Want ook al ging ze aan je voorbij, deze beslissing heeft ook gevolgen voor jou, als toeschouwer.
a.pass is een programma gericht op kunstenaars die een opleiding hebben voltooid, en van wie sommigen al aan een professionele praktijk zijn begonnen. Elk jaar dienen kunstenaars uit de hele wereld zich aan voor de selectiegesprekken om te kunnen deelnemen aan dit programma. Ze worden aangetrokken door de collectieve en experimentele onderzoeksomgeving van a.pass, die deels door curerende kunstenaars en deels door de deelnemers zelf wordt vormgegeven. Dit bijzondere karakter maakt van a.pass een unieke plek in Europa (en misschien wel in de hele wereld), die bevraagt hoe podiumkunst gemaakt wordt en hoe we vandaag school ‘maken’.
Hoewel a.pass al 20 jaar gesubsidieerd wordt, weet het publiek in de Vlaamse en Brusselse theaters wellicht (weinig tot) niets over deze onderzoeksplek. Toch is a.pass van zeer grote waarde voor de productie van podiumkunst, en met name de kunst die wij op onze podia tonen.
Maar waarom?
Wat op onze podia te zien is, is het resultaat van uren werk naast het podium – dat weten jullie als publiek ook. Aan elk stuk dat we tonen hebben tientallen en tientallen mensen maandenlang, vaak voltijds, gewerkt vooraleer wij in het donker plaatsnemen en een uur lang het resultaat van al deze arbeid kunnen bekijken. Je weet misschien wel dat al deze mensen er zijn, maar je ziet ze niet.
Wat sommigen van jullie ook weten, is dat deze mensen vaak slechts voor een deel van hun werk worden betaald. Hoe jonger de kunstenaar is, hoe kleiner dat deel. Maar ook dat zie je niet.
Wat heel wat mensen in het publiek niet weten, is dat de eerste impuls voor al dit werk, betaald of onbetaald, niet uit het niets komt. Kunst wordt niet gemaakt in een vacuüm. De creatie is niet alleen een vrucht van onze tijd, die door de kunst ook in vraag gesteld en belicht wordt. Ze schrijft zich ook in het bredere hedendaagse kunstenveld in en gaat ermee in dialoog. Dat kunstenveld bestaat uit duizenden verschillende mensen, met een verscheidenheid aan skills: dramaturgen, assistenten, curatoren, journalisten, pedagogen, onderzoekers... Ook hen zie je niet.
Nochtans vormen deze mensen samen een complex ecosysteem: alle spelers zijn onderling met elkaar verbonden, gaan continu uitwisselingen aan, denken collectief na en werken op vele manieren samen, − stuk voor stuk onontbeerlijk bij het maken van kunst. In dit ecosysteem speelt a.pass, als experimentele leerruimte, een essentiële rol.
De artistieke gemeenschap in Vlaanderen en Brussel is sterk, levendig en divers en de kwaliteit van haar artistieke productie hoog, precies omdat er de afgelopen 25 jaar aanzienlijk is geïnvesteerd in de ontwikkeling van de kunsten in Vlaanderen. Deze investeringen gingen onder andere, en dat is vrij opmerkelijk, naar kleine autonome organisaties als a.pass. Zij schiepen mee het kader van een kunstenveld waarin de hedendaagse podiumkunst kon bloeien.
Met karige middelen en soms een structureel gebrek hieraan hebben deze kleine instellingen vandaag een titanenwerk volbracht en wordt hun impact op de ontwikkeling van de podiumkunsten internationaal erkend. De tijd, ruimte, aandacht en deskundigheid die zij bieden, hebben jaar na jaar voor vernieuwing en relevantie van de podiumkunsten gezorgd.
Maar waar ze gisteren belangrijk waren, worden ze vandaag als overbodig beschouwd.
Het is ontluisterend te zien hoe snel het belang van sommige dingen kan worden geherevalueerd en hoe beslissingen worden genomen buiten de bestaande democratische beoordelingsprocedures om. Het is alarmerend om te zien hoe het de politieke beleidsmakers aan langetermijnvisie ontbreekt en hoe ze kennelijk de mogelijke gevolgen van hun op zijn minst arbitraire beslissingen niet inzien.
Wat je als publiek zou moeten weten, is dat bij het maken van kunst, en podiumkunst al helemaal, het minder zichtbare niet overbodig is, maar van waarde. Het is de conditio sine qua non van wat wel te zien is. Op het podium maakt het minder zichtbare het zichtbare mogelijk. En dat minder zichtbare, het niet-gekende, schrappen, is een daad van obscurantisme die het zichtbare verzwakt.
Denken dat je van de ene op de andere dag kan ophouden met zorg dragen voor dit veld van kleine instellingen en bezuinigingen kan doorvoeren die de opheffing betekenen van organisaties als a.pass of het HISK, dat momenteel hetzelfde lot beschoren is, is een vergissing.
Het kleine vragen om almaar groter te worden en door iedereen gezien te worden om zijn waarde te bewijzen en te kunnen overleven, getuigt van weinig kennis van de werking van de kunsten, met inbegrip van de grote kunstinstellingen. Want het grote bestaat niet, nooit, zonder het kleine.
a.pass krijg je op het podium niet te zien, maar het is mede dankzij a.pass dat je 'iets' ziet op de podia van het Kaaitheater, en dat dat 'iets' pertinent en uniek blijft.
Kleine autonome instellingen zoals a.pass afschaffen of vragen op te gaan in grotere organisaties, is opzettelijk de basis en de rijkdom onderuit halen van ons ecosysteem, onze gemeenschap en haar productie op het podium. Het is een ontkenning van de waarde van eerdere investeringen die hebben gezorgd voor ontelbare en internationaal erkende resultaten in het podiumkunstenveld. Het betekent een structurele en blijvende verarming van de kwaliteit van het programma dat we voor jullie, ons publiek, kunnen samenstellen.
Om al deze redenen vragen we Minister Ben Weyts om zijn beslissing te herzien.
Deze open brief schreef Agnès Quackels in dialoog met Barbara Van Lindt (beide algemene en artistieke coördinator), Maria Dogahe (programmering) en Katelijne Meeusen (coördinatie team publiek) van Kaaitheater.