In Other Words
Lees meer over In Other Words
WAT BETEKENT HET OM MET LICHAMEN TE SPREKEN?’
een interview met Ingrid Berger Myhre, door Fransien van der Put (Dans Magazine, april 2020)
Het werk van Ingrid Berger Myhre, een van de choreografen die bij het Rotterdamse Dansateliers is aangesloten, gaat vaak over dans en taal. Haar nieuwe voorstelling In other words komt, na de première in Oslo, op 15 en 16 mei naar het Utrechtse festival Spring, als alles goed gaat.
Ingrid en ik spreken elkaar in de vroege ochtend via Skype. Het is 10 maart, vlak voordat de corona-pandemie echt losbreekt. Er is dan nog geen sprake van het cancelen van voorstellingen of het sluiten van theaters, laat staan van gehele of gedeeltelijke lock downs in Nederland en Europa.
Ingrid, die uit Noorwegen komt, werkte na haar opleiding aan de school voor Moderne Theaterdans in Amsterdam, een aantal jaren als danser/performer met choreografen uit het onafhankelijke Nederlandse circuit, zoals Gabriella Maiorino, Pablo Fontdevila, Kenzo Kusuda, Liat Waysbort en Annika Pannitto. In 2013 startte ze een vervolgopleiding in Montpellier bij Ex.E.R.CE. en in 2017 deed ze ook nog een jaar de onderzoekstudio’s van PARTS in Brussel. Al die tijd maakte ze ook haar eigen werk bij Dansateliers: CURRENT (2013), STAFF (2014), BLANKS (2017) en Panflutes & Paperwork (2019).
MUTED
Zij is nu bij het kunstencentrum Buda in Kortrijk aan het werk met drie collega-dansers, die ze van haar jaar bij PARTS kent: Pablo Esbert Lilienfeld, Chloe Chignell en Thomas Bîrzan. Ik vraag Ingrid waar de interesse in de combi van dans en taal vandaan komt.
‘Toen ik voor mijn master naar Montpellier ging, besefte ik niet wat het betekende om een opleiding volledig in het Frans te doen. Ik was tot dan toe altijd heel actief geweest in de processen met choreografen en dansmakers, of het nu om materiaal verzamelen ging of om methodes ontwikkelen, of om het bespreken van ideeën. Dat kon ik nu ineens heel moeilijk. Ik was beperkt in hoe ik me kon uitdrukken. Dansen en spreken zijn voor mij altijd twee kanten van dezelfde medaille geweest. En nu moest ik het, althans voor een tijdje, zonder taal doen. Alsof ik geen stem had. Tegelijkertijd viel mij daardoor juist op hoezeer spreken en dansen verbonden zijn.
Ik ging naar Montpellier om mij te verdiepen als danser en collaborator. Ik ging er niet heen met een choreografisch project. Maar gaandeweg realiseerde ik mij dat ik iets te zeggen had en dat ik wilde choreograferen. Dat had heel veel te maken met die ervaring van geen Frans te spreken. Ik kwam erachter hoe interessant die relatie is tussen dans en taal. Ook vanwege de gaps tussen die twee, dat ze in elkaar verlengde liggen, allebei communiceren en toch niet hetzelfde zijn.’
In In Other Words maken de dansers gebruik van teksten of zinsdelen die je normaliter gebruikt om iets aan te geven. De dansers zeggen dingen als ‘bijvoorbeeld als ik...’ of ‘en toen…’ of ‘wat als…’, en dansen dan een frase. De dans krijgt zo een gevoel van spreken mee, van iets opnoemen, iets hardop bedenken of zelfs argumenteren. Maar tegelijkertijd valt ook meteen op dat je dans niet zomaar kan lezen, zoals je taal kunt verstaan.
Wil je dat we dans letterlijk als een taal lezen?
‘Kijk, ik heb nooit gehouden van die tegenstelling tussen dans en taal. De taal die ik in deze voorstelling gebruik is als steigermateriaal, als een opbouw die de dansbewegingen bijeenhoudt, als hulpstukken waarbinnen de dans kan functioneren alsof het taal is. Dans kun je net als taal gebruiken om te communiceren. Dat was stomweg onze vraag: wat doet dans als je het letterlijk opvat als taal. Hoe kan het expressief zijn, dus niet in de uitbeeldende manier – als representatie – maar als analogie, als de denkoefening van de vergelijking.’
‘Zoals je een typmachine gebruikt of een tekstverwerker, zo zien we het theater als ondersteuning van de dans. Het podium is een pagina en we vragen ons bijvoorbeeld af wat er gebeurt als je een frase in italics danst, of vetgedrukt. Wat betekent lay-out? We vatten het theaterapparaat op als een variant op de dingen, waar je normaliter teksten in bewaart, zoals een document of een map op de computer of een boek met hoofdstukken.’
ABSURD
Als ik een voorstudie bekijk, waarvan Ingrid me de video toestuurt, valt het op dat de dans heel mooi en expressief is, maar dat de bewegingen niet meteen iets uitdrukken, zoals sommige dans dat doet via gezichtsuitdrukkingen of gebaren en interactie. Ingrid lijkt bestaande gebaren om dingen uit te drukken, zoals vrolijkheid of boosheid, een vraag stellen of iemand voor de gek houden, te vermijden.
‘Voor mij blijft het interessant om me af te vragen wat we doen als we naar dans kijken, hoe we het lezen. Daarom wil ik juist niet gebruik maken van bestaande expressies. Ik heb me in BLANKS al met de letterlijke beschrijving van dans beziggehouden. Het gaat mij er nu juist niet om per se iets te vertellen, maar om de grens op te zoeken tussen abstracte en letterlijke beweging. Wanneer gaan we lezen en wanneer houdt dat op? Hoe bouw je een woordenschat, hoe bouw je een zin en wat betekent het om met lichamen te spreken? Het heeft ook iets heel grappigs. Zo van: dit en dat en zus en zo, dat te verbinden met bewegingen. Mensen moeten daar om lachen, want ja – het blijft allemaal heel arbitrair, of absurd. Het kan nog steeds van alles betekenen. Mensen willen vaak dat dans iets betekent, of denken dat ze er iets bij moeten voelen, terwijl dat natuurlijk niet vanzelf spreekt.’
Dus het zou zoiets als nonsens-poëzie kunnen worden, of op een boodschappenlijstje kunnen lijken? Of moet het ook een verhaal worden?
‘Het is de bedoeling dat ons dansen taal wordt, maar dat betekent nog niet dat we een verhaal hoeven te vertellen. Ik wil vooral niet dat het eenduidig wordt. Dat je het goed of fout kunt verstaan. Als dansers zijn we wie we zijn, we laten onze lichamen spreken, dat blijft persoonlijk of cultureel bepaald. Er is geen universele taal van het lichaam. Maar het spannende is toch om een situatie te creëren waarin dans net als taal probeert te functioneren, met woorden en zinsbouw, met retoriek en expressie, alsof er iets gezegd wordt. We gebruiken een score, maar het is niet de bedoeling dat het publiek die precies leest. Het gaat er meer om dat toeschouwers zelf gaan lezen.
Als danser heb ik wat te vertellen en dat verandert niet als ik het podium op ga. Choreograferen betekent voor mij dat ik reflecteer op wat dans als expressiemiddel kan doen. Wat kan dans zeggen vandaag de dag? In Other Words reflecteert op die vraag en vraagt het publiek niet alleen te kijken maar ook om te lezen.’
Lees meer op Caravan productions.