How To Be Many?
Hoe (opnieuw) beginnen en vooruitkijken?
HOE (OPNIEUW) BEGINNEN EN VOORUITKIJKEN?
Sinds afgelopen lente weten we allemaal hoe het voelt om plots zonder plannen te vallen, terwijl een onzekere toekomst vraagt om inzicht, empathie en verbeelding. Kunstenaars bieden dat – en zo veel meer! Dus zochten wij in het Kaaitheater samen met hen naar (nieuwe) mogelijkheden om hun projecten weer te laten leven. Die evenwichtsoefening tussen risico, zorg en lef maakt dat we na de zomer weer opengaan.
Toch is dit geen gewone seizoenslancering. Als een doorgeeftekening – een cadavre exquis* – in wording, krijgt het Kaaitheaterseizoen 20-21 de komende maanden stapsgewijs vorm. In deze eerste fase gunnen we je een blik op de mensen en organisaties die zich dit huis eigen zullen maken: wie zijn ze? Welke vraag drijft hen? De ticketverkoop lanceren we eind augustus. Dan zal het programma ook verder uitgewerkt en aangevuld zijn.
Hoe groot is jouw honger om weer naar het theater te gaan?
Als nieuwe artistieke en algemene coördinatoren kijken wij, Agnes Quackels en Barbara Van Lindt, gretig vooruit. We staan aan het begin. Ons motto is een vraag. How to Be Many? Een vraag die weerklinkt op vele plekken in de samenleving. Feitelijk leven we in een diverse maatschappij, toch is inclusie nog lang geen feit. Een vraag die ons confronteert met ongeduld en irritatie: staan we nog niet verder in het formuleren van antwoorden? Een vraag die we willen vastpakken in de praktijk van ons werk voor de komende jaren. Kaaitheater heeft school gemaakt als podium en partner voor kunstenaars die hun volstrekt eigen artistieke werelden creëren. Experimenteren en grenzen verleggen heeft tot nieuwe vormen geleid. Ondertussen behoren velen van hen tot de canon van de hedendaagse podiumkunsten. Vandaag willen wij, met deze vraag als leidraad, ook de manier van werken in het instituut bevragen, opentrekken en nieuwsoortige samenwerkingen aangaan met meerdere mensen en organisaties. Om naar een vanzelfsprekende meerstemmigheid toe te werken.
HOE CREËER JE VOOR MEER MENSEN MEER RUIMTE OM BESLISSINGEN TE NEMEN?
De vraag ‘How to Be Many?’ draait om stemmen, verhalen en lichamen. Veel stemmen, veel verhalen, veel lichamen. In één samenleving. In één stad. In één theater. Een theater door en voor velen.
Helemaal in lijn met die gedachte hebben veel verschillende mensen aan het programma voor dit seizoen gewerkt: Katleen Van Langendonck, die sinds 2008 met Guy Gypens het Kaaitheaterprogramma vormgaf, schonk het nieuwe team een waardevolle lijst met namen en projecten. Vervolgens kwam het huidige team met een tweede deel. En uiteindelijk hebben wij (de nieuwe coördinatoren van Kaaitheater) beslist om onze partnerschappen uit te breiden: we hebben verschillende in Brussel gevestigde organisaties en individuen uitgenodigd om een derde deel van het programma te behartigen. We zijn dankbaar dat ze die uitnodiging geaccepteerd hebben en hun visies, verlangens en bezorgdheden met ons hebben gedeeld. Dankzij zulke samenwerkingen kunnen wij immers leren om ruimte, tijd en budget met anderen te delen.
Voor jullie, beste publiek, kan dit betekenen dat je in het huidige programma onderdelen zult terugvinden die je zeker zult herkennen en andere die je nooit eerder zag. Sommige namen zullen je vertrouwd in de oren klinken, andere zullen een ontdekking zijn. Maar vooral (en bijgevolg) zullen meer perspectieven en ervaringen ons programma voeden. Het spectrum van narratieven en artistieke praktijken zal uitbreiden. We geloven dat het net dat is wat onze samenleving, onze stad en ons theater vandaag dringend nodig hebben.
Dit is een leerproces. Hoe creëren we voor meer mensen ruimte om beslissingen te nemen, hoe laten we meer stemmen horen, hoe maken we meer lichamen zichtbaar op het podium, hoe kunnen we meer verhalen aan bod laten komen?
HOE HOU JE RUIMTE VRIJ VOOR HET ONVERWACHTE?
Net als velen onder jullie, vergaderen we veel. Zulke vergaderingen zijn nuttig. Ze helpen ons te beslissen wat we op tafel willen leggen. Aan dit programma zijn dan ook behoorlijk wat meetings voorafgegaan.
Maar we hebben ook gesprekken georganiseerd. Anders dan vergaderingen zijn gesprekken open processen, die kunnen leiden tot onverwachte resultaten. Onze nieuwe gesprekspartners voor dit programma zijn mensen of organisaties die actief werken rond gemeenschapsvorming, sociale rechtvaardigheid en/of artistieke praktijken die hun weg nog niet naar de grotere podia hebben gevonden. We begonnen elk gesprek met deze vragen: ‘Wat missen we in onze theaters vandaag? Is er een specifiek, urgent thema dat je graag wil aanpakken Kunnen we jullie uitnodigen om host te zijn in ons theater, zodat jullie zelf andere mensen kunnen uitnodigen?’ Sommige van die gesprekken die we afgelopen winter hebben aangevat, leidden snel tot afgelijnde projecten. Met andere zijn we nog niet klaar. Ze lopen nog, omdat diepgaand vertrouwen tijd vraagt en sommige processen nu eenmaal langer duren dan andere.
En dus houden we intussen ruimte vrij voor hen. In onze kalenders en budgetten blijven plekken open, zodat, wanneer de gesprekken beëindigd raken, hun uitkomst de nodige aandacht kan krijgen.
Ook dat is een leerproces. Kunnen we leren het comfort op te geven van zeker weten hoe de dingen in de toekomst zullen gaan?
WAT HEBBEN CORONA EN HET THEATER MET ELKAAR TE MAKEN?
We horen vaak ‘corona heeft veel zichtbaar gemaakt’. Het stilgelegde publieke leven en de lege straten werden het canvas waarop zorgwerkers, buschauffeurs en lesgevers als helden konden afgeschilderd worden. Zij die het straatbeeld nog bevolkten, eisten de aandacht op voor wat de meest kwetsbaren nodig hebben. Solidariteit werd omgezet in acties en de overheid zorgde voor brede steunmaatregelen. Toch maakten de berichten over de impact van de lockdown op kinderen en jongeren in armoede iets schrijnend duidelijk. We konden pijnlijk vaststellen dat niet iedereen hetzelfde gevoel van rust op straat kon ervaren, dat de ene wijk de andere niet is, dat de ene niet op dezelfde manier behandeld wordt als de andere. Achter de gevels werd het huiselijk leven voor sommige mensen verrijkt door zo veel tijd samen. Voor anderen is het een heel lange donkere periode geweest. De ongelijkheid tekende zich heel scherp af. Veel van deze inzichten zijn niet nieuw: corona heeft ons eraan herinnerd.
Veroordeeld tot het scherm als interface met de buitenwereld, werden nieuwsberichten en opiniestukken in context geplaatst door vele online gesprekken – ook tussen kunstenaars en denkers van over de hele wereld. Verhalen werden voorgelezen en we logden in om digitale voorstellingen te zien. En toen berichten over dolfijnen in Venetiaanse kanalen op onze newsfeeds terecht kwamen, werden we eraan herinnerd hoe krachtig de verbeelding kan zijn. Zou het kunnen dat de aarde (en de wereld) kan herstellen?
Na de zomer kunnen we weer naar theater te gaan. Het theater kan weer doen wat het al eeuwen doet: zichtbaar maken. Daar is ruimte voorzien, een lege ruimte, waar voorstellingen neergezet worden voor een publiek dat kijkt naar de plek die we de scène noemen (ook al is dat niet het podium, maar de straat, of een park). Daar zorgt precisie voor verbeelding, daar worden onwaarschijnlijke verbindingen gelegd. Daar kan je tussen het publiek tot intieme inzichten komen, en kan je mét het publiek op één golflengte komen. Daar kan wat je al wist met een schok binnenkomen: omdat je het nooit zo gezien had. Podiumkunsten geven vorm aan (nieuwe, eigen) reflecties op deze tijd en op geschiedenis. En dat is in seizoen 2020-2021 niet anders.
In onderhandeling met corona-condities, zetten we in op een maximaal gebruik van de grote zaal, want daar kunnen we met toch een publiek ontvangen. We hopen dat het aantal plaatsen gaandeweg kan oplopen. Want de vraag How to Be Many? klinkt vandaag ook letterlijk als ‘hoe kunnen we ons programma beschikbaar maken voor een zo groot mogelijk publiek?’ Of beter: Hoe kunnen we ervoor zorgen dat ons theater, met beperkte capaciteit, niet enkel bezocht wordt door hen die ons al kennen? Hoe creëren we plaats voor nieuwe publieken?
WAAROM ZOVEEL VRAGEN?
De afgelopen maanden zijn heel wat creatieprocessen afgebroken of onderbroken. Naast de teleurstelling, zorgde dat vacuüm ook voor een hernieuwd besef dat kunst meer is dan het eindproduct. Je kunt kunst ook zien als een houding, een vrije manier van zaken omkeren, elementen combineren, een ongerijmde omgang met kennis. De Uruguayaanse, in New York levende kunstenaar en educator Luis Camnitzer noemt dat Art Thinking: kunst als manier van denken en kijken, die voortkomt uit de prikkeling van vragen stellen. Kunst is in die optiek niet weggelegd voor kunstenaars alleen, het is een domein waar je vragen kunt delen met het publiek.
Daarom vroegen we de kunstenaars uit ons programma om de vragen die aan hun projecten ten grondslag liggen, met ons te delen. Van Kyoko Scholiers kwam deze: ‘Hoe werkt de tijd in op onze fragiliteit en ons vreemde vermogen om na iedere mokerslag weer recht te krabbelen?’ Maria Jerez en Edurne Rubio vragen zich af: ‘If we experience the theatre as a microclimate with a very specific set of atmospheric conditions, what kind of dialogue can we establish between us, humans, and natural phenomena?’ Bwanga Pilipili: ‘L’Imaginaire est-il politique ?’ Of Diederik Peeters: ‘Welke plaats kunnen we maken voor het onbegrijpelijke, het bovennatuurlijke – en voor de spoken die we met ons meedragen?’
Eind augustus zal ons najaarsprogramma compleet zijn, aangevuld met voorstellingen, lezingen, kleinschalige activiteiten… en even zovele vragen, natuurlijk!
how to be many in the city? in society? in a theatre?
how to be many and have an impact?
how to be many on earth — together with other species and nature?
how to be many within ourselves?
how to give voice to many — and listen to each other?
* Een cadavre exquis is een doorgeeftekening. Stapsgewijs komt een wezen tot leven, ieder onderdeel (kop –romp – benen) door iemand anders op papier gezet.