ma di wo do vr za zo
 
 
 
 
 
 
1
 
2
 
3
 
4
 
5
 
6
 
7
 
8
 
9
 
10
 
11
 
 
 
14
 
15
 
16
 
 
 
19
 
20
 
21
 
22
 
23
 
24
 
25
 
26
 
27
 
28
 
29
 
30
 
31
 
 
 
 
 
 

De avondcoördinator ON TOUR - Episode 2. The Butcher

Podcast
21.03.23

In deze tweede aflevering probeert Margot tijdens de halve finale van het WK voetbal door Brussel te fietsen naar Westrand in Dilbeek, voor de voorstelling The Butcher van Gorges Ocloo

Een podcast over Kaaitheater on Tour door Margot Timmermans, onze avondcoördinator.
Een podcast over een reizend theater, over een theater op verplaatsing.
Onze avondcoördinator plooit dat theater op en plaats het in onze bakfiets.
De theaters trekken haar naar plekken, wijken, kruispunten en pleinen waar ze nooit eerder in personage van avondcoördinator kwam.
Reis mee door de stad.

Episode 2. The Butcher
In deze tweede aflevering probeert Margot tijdens de halve finale van het WK voetbal door Brussel te fietsen naar Westrand in Dilbeek, voor de voorstelling The Butcher van Gorges Ocloo.

 

Transcriptie episode 2. The Butcher

Inleiding
Als avondcoördinator loop ik op een voorstellingsavond gewoonlijk tussen artiest, publiek en avondploeg in. Ik begeef me van de loges naar foyer, naar ticketbalie. Het is mijn taak de artiesten met het publiek te verbinden, de deuren op het juiste moment te openen en iedereen vlot het universum van de voorstelling te laten betreden. Mijn werk als avondcoördinator is een act. De manier waarop ik door de foyer wandel is geduldig gerepeteerd, het is het gebouw en het publiek dat ik bespeel. Nu Kaaitheater komende jaren verbouwt, valt de scène weg. Het kader van mijn secuur gerepeteerde voorstelling verdwijnt en ik moet op zoek naar een nieuw verhaal, een ruimte om te observeren en uiteindelijk te bespelen. 

Reizend theater
Ik beweeg me niet langer met sleutels door ons gekende gebouw. Ik beweeg me met een wankele bakfiets door de stad. Zorgvuldig plooi ik Kaaitheater op en herberg het in de bakfiets. Ik reis met posters, een bedrukte lichtbak, flyers en mijn fietssleutels naar andere Brusselse theaters. De huizen waar we zo warm ontvangen worden zijn mijn stops. Ik ga niet langer van loge, naar foyer naar ticketbalie. Ik ga van Kriekelaar naar KVS naar Théâtre National en volgende maand ga ik van De Hallen naar De Westrand naar Atelier210. De theaters trekken me naar plekken, wijken, kruispunten en pleinen waar ik nooit in personage van avondcoördinator kwam. Mijn stops zijn tijdelijk, ik laad mijn bak uit, hang ons opgeborgen theater aan de muren, ben toeschouwer. Vervolgens berg ik Kaaitheater tijdelijk weer op, ga ik weer op tocht. De stad is een voortdurend bewegende scène waar ik me doorheen beweeg en waar ik observeer. Ik kan je zeggen, een theater valt niet op te bergen. Ik werd de blackbox niet uitgezet maar de stad in gezogen. Enkele wankele testritten bewezen het al. De stad valt niet te bespelen, alleen te observeren. 

Schaarbeek naar Westrand
Dit (geluid toeterende auto’s) is het geluid van de zege. Het is 10 december en Marokko wint de WK kwartfinale voetbal tegen Portugal. Brussel staat op zijn kop en ik breng mijn fiets tot een stop. Ik reis vandaag van onze thuisbasis in Schaarbeek naar De Westrand in Dilbeek. Om 20u30 speelt The Butcher van Gorges Ocloo en LOD. Op enkele minuten fietsen beland ik in een gigantisch toeterfestijn, het geluid van de zege. De straten zijn overweldigend luid maar de uitbundige taferelen raken me. Dit feest is niet het mijne, maar ik ben welkom. Ik sta enkele minuten stil en observeer de chaos, de vreugde, de vredevolle kaping van de stad. 

In de auto en feestmassa geraak ik niet snel genoeg of veilig verder naar het theater. Ik stap af om de fiets langs de kant vast te zetten. Ik open de bak en neem mijn rugzak. Ik grabbel naar de sleutels van de sloten en grijp langs het restje Marrokaanse koekjes dat ik vanochtend meenam naar mijn grootouders. Mijn grootouders wonen in een Vlaams dorp, naast de kerktoren. Ze spreken in een sappig dialect dat ik van kinds af aan leerde verstaan. Voor mij is het hun taal, voor hen een deel van het dorp waar ze leven, de buurt waar ze opgroeiden. Voor het dorp waar ze leven een deel van hun DNA. Een Vlaams DNA dat spreekt over vlaai, de schapen op weide, de kerktoren en dorpse routine. Een Vlaams DNA dat spreekt over gewoonte, afgebakende veiligheid en plaatselijke frietkoten. We eten samen boerenkool en ik bracht Marokkaanse koekjes mee als dessert. Achteraf belooft mijn grootvader me plechtig me op de hoogte te houden van de voetbalmatch Marokko - portugal terwijl ik werk.  

Ik schrik op wanneer langs mij een bus passeert. Ik leg de fiets snel vast en stap de bus op. Hij is leeg en de chauffeur kijkt me verward aan. Hij was niet van plan nog langer verder te rijden, vertelt hij. Het verkeer is te moeilijk en hij geraakt slechts stapvoets verder. Hij ziet de stress in mijn ogen. Straks raakt het theater niet op tijd bij de voorstelling. S’il vous plait’? Maar hij vraagt al waar ik heen moet, dat hij met mij een alternatieve route zal proberen. Merci merci merci. Ik ga op de eerste rij zitten, om nabij te blijven. Hij belt met iemand waarvan ik vermoed dat het zijn moeder is, ze zegt ‘on a gagné mon fils, on a gagné’ en ze huilt, onbeheerst en gelukkig. ‘Oui Maman on a gagné’. Hij legt af en lacht luidop. Ik denk aan de Marokkaanse koekjes in mijn zak en vraag hem of hij samen wil vieren. Hij zegt ‘aaaaah oui!’ en haalt andere koekjes boven, vertelt me dat zijn moeder de winst voelde komen. Voor de rest staan we naast elkaar, kijken naar de luide menigte en lachen wanneer 4 volwassen mannen voorbij rijden in een winkelkar. De mannen lachen uitbundig met grote vlaggen en toeters in de handen. Dit feest voelt niet als een zege, maar als een overwinning. Dit feest komt in de vorm van ontmoetingen, koekjes en toekomstbeelden in een heden dat spreekt over zachtheid, warmte en ideale stadsbeelden. 

In de voorstelling van Gorges Ocloo en LOD speelt Josse De Pauw een verbitterde slager die koste wat het kost wil vasthouden aan het vlaams DNA, het vlaanderen dat hij gekend heeft. ‘O dierbaar vlaanderen, wat is er met je gebeurd’ vraagt de slager. De voorstelling schept een dystopisch Vlaanderen in 2070, waarin de Polen aan de macht staan en het Vlaams DNA geen plek meer kent. De voorstelling speelt zich af in de toekomst maar houd vooral vast aan een vastgeroest verleden. Als we volharden een geïdealiseerd verleden te herspelen, hoe kan er dan ruimte zijn voor nieuwe scènebeelden? De voorstelling staat bol van de ironie, onbeantwoorde vraagstukken, muziek en pijnlijke maar rake verwoordingen. De slager en zijn zoon snijden zorgvuldig op het punt tussen realiteit, fantasie en leugen. En ik denk aan wat mijn grootmoeder ‘s middags nog bij de koffie zei: ‘al lachend zegt men de waarheid he meisje’. 

In de voorstelling houdt de slager vast aan wat verloren is gegaan. Misschien willen we het heden te vaak aankleden met dingen uit het verleden. Vanavond werd er in de stad niets herspeeld, geen verleden herhaald maar een nieuw heden gemaakt.