Anoek Nuyens & Rebekka De Wit
Hoewel steeds meer mensen het gevaar van klimaatverandering inzien, lijken we maar niet te slagen dit bewustzijn om te zetten in grootschalige politieke acties. Hoe kan dat?
Anoek Nuyens & Rebekka De Wit stellen zich voor: Anoek Nuyens (Amsterdam, 1984) en Rebekka de Wit (Santiago de Chile, 1985) maken allebei sterke sociaal bewogen theaterstukken. Beiden zijn zowel theatermaker, schrijver als journalist en hun werk strekt zich uit over verschillende maatschappelijke domeinen en podia: van politiek tot wetenschap en poëzie, van feit tot fictie, van theater tot krant en internet. Ook in het theater onderzoeken ze samen met hun publiek de samenleving en proberen ze ideeën te schetsen voor mogelijke alternatieven. Een goed voorbeeld is het journalistieke theaterproject Hulp (Frascati Producties 2015) van Anoek Nuyens over de waarde en betekenis van medemenselijkheid en ‘goed doen’ in de 21ste eeuw. Een voorstelling die zowel in de theaters als ‘aan huis’ bij NGO’s politieke partijen en andere maatschappelijk verantwoorde ondernemingen werd gespeeld. Nuyens’ meest recente voorstelling Pronk (Frascati Producties 2019) was zowel een intiem portret van de politicus Pronk als van de afbrokkeling van het sociaaldemocratische gedachtengoed; een theatervoorstelling in de vorm van een persoonlijke politieke speech over een politiek van verbinding. Met De zaak Shell stroomt Anoek Nuyens uit bij Frascati Producties. Rebekka de Wit maakte o.m. de theatervoorstellingen Hoe dit het verhaal werd (2012), Stel je voor, ik zoek een staat (2012), Ik weet er te weinig van (2013), Presentatie van een ongecensureerd moppenboek (2014) en schreef de romans We komen nog één wonder te kort (2015) en Afhankelijkheidsverklaring (2019). Zij maakt ook deel uit van de artistieke leiding van De Nwe Tijd.
Het werk van Nuyens en De Wit is zowel politiek als poëtisch. Politiek, omdat uit het werk een verlangen spreekt meer te zijn dan alleen een theatervoorstelling. Het duo probeert het publiek op verschillende manieren te verleiden om zich onderdeel of eigenaar te voelen van het onderwerp. Dat doen ze door performatieve elementen te verwerken die de toeschouwer bewust maken van de invloed die hij/zij heeft op de avond en de werkelijkheid. Zij bouwen een netwerk van activiteiten en personen om de voorstelling heen vanuit inhoudelijke motieven. In hun eerdere werk bracht deze benadering hen op de meest uiteenlopende plekken: van kerkgemeente tot GroenLinks, van een buurthuis in Brabant tot Unilever. Maar hun werk is ook poëtisch. Dat uit zich in tekst, ritme en toon van de voorstelling. Via poëzie kan je het onzegbare zegbaar maken. Poëzie maakt dat je voorbij het rationele en begrijpelijke komt in een wereld waarvan je misschien niet wist dat die er was.
*The Question : la question fondamentale dont émerge tout spectacle.